Europese tak

Deze tak komt van een bijzondere tak van haplogroep G. Haplogroup G had een groot percentage in delen van West-Europa voordat de haplogroepen R1b-P312, R1a-Z293, I1, E-V13 sterk groeiden in de periode dat de stamvaders van de Touwbekercultuur, de Europese tak van de Indo-Europese talen sterk groeiden (zo'n 5000 jaar geleden).

Van die oorspronkelijke takken zijn weinig takken overgebleven. Deze haplogroepen (met name G en I2) hadden voorheen een Neolitisch verspreiding en waren jagers/verzamelaars en eenvoudige landbouwers. Ze hadden nog geen sterke stabiliteit in hun woonplaats. De sterke stabiliteit van woonplaats kwam vanaf de komst van stamvaders van de Touwbekercultuur. De geografische spreiding van G en I2 was in een groot gebied. Het is daarmee moeilijker om te zien of een tak rond 5000 jaar geleden al in Europa aanwezig was, of dat men bijvoorbeeld gekomen is tijdens een Romeinse migratie.

EUR001 is een kleine tak onder L91. L91 heeft een bijzondere afstammeling in Ö tzi. Hij stierf zo'n 5200 jaar geleden in de Alpen. L91 is zo'n 12000 jaar oud. Een andere afstammeling leefde in Griekenland, zo'n 6000 jaar geleden. Andere oude takken zijn gevonden in Libanon en midden-Italie (8000 jaar geleden). Grotere concentraties zijn gevonden in de huidige inwoners van Sardinië en de Alpen. Daarnaast zijn voorbeelden gevonden in Midden-Europa, Maghreb, maar ook Pakistan en Saudia-Arabie.

De tak EUR001 heeft zeker twee splitsingen tussen 2500 en 3500 jaar geleden. De drie afstammende takken hebben een beperkte afstand van elkaar. Een tak heeft het centrum op de grens tussen Limburg en Duitsland. Een tweede tak heeft afstammelingen in Rijnland-Palts en een derde tak in de Elzas, zoals te zien is op deze stamboom. Daarnaast zijn er nog een aantal takken die duidelijke STR markers hebben die relatief nabij zijn, maar nog geen NGS meting gedaan hebben. Deze afstammelingen komen uit Hongarije, Borgogna, Kaliningrad, Tracius en Mexico. Deze zijn in de tekening aangegeven met een ander symbool.

Het lijkt waarschijnlijk dat de stamvader van de takken (zo'n 3100 jaar geleden) nabij de Rijn woonde. In het eenvoudigste scenario hoorde de stamvader van deze lijn rond 5000 jaar geleden tot een klein aantal mannelijke overlevers, ten tijde van de komst van de Indo-Europeanen. Het lijkt op "Een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers".

The haplogroups that are part of the fast population growth near 5000ybp (3000BCE) are R1b-Z151, I1, R1a-Z283 and E-V13.The origin of these lineages is not 100 percent certain.

The ancestral I1 samples of I1 can be found on I1 ancient DNA website in Europe. The early arrivals of R1b and R1a probably brought the Indo-European languages (Yamnaya DNA) and proto-language of Germanic, Latin and Slavic languages. The branch of R-Y2395 is a descending line of R1z-Z283 that increased in size in Norway.

It is possible that E-V13 brought the Greek language and It is speculated that the recent expansion of J2b-L283 is related to the Albanian language.

Branch # Y-DNS SNPY-DNA groupcountry of
closest match outside branch
ybp (yfull) of
closest match outside branch
oldest branchsplit within branch
EUR001G-Y140827G ITA58003100ybp yfull

EUR001 in